zaterdag 17 maart 2018

HET CHINA



‘Aanleiding’ is niet het juiste woord, want de eigenlijke aanleiding moet worden gezocht in onder meer de plek waar ik werd geboren en waar ik mijn jeugd doorbracht – maar daarover een andere keer.

Aanleiding tot het schrijven van Steyler was het herlezen van een verhaal ('parabel') met de titel ‘Het China’ dat in 1989 was verschenen in een curieuze uitgave. Zevenenzeventig genummerde exemplaren, uitgeverij Carrefour van tekenaar en schilder Rik Lina, toenmalig adres Rozengracht Amsterdam, die alles zelf deed: vormgeven, drukken (of was het stencilen?), bundelen, bandje erom, rood touwtje er doorheen. Het werd een quasi chinoiserie, zoals mijn verhaal dat ook deels was. De eerste bladzijde is de achterste en de laatste is de voorste; je leest de uitgave dus van voor naar achter, waarbij dan weer wel per bladzijde en regel de westerse leesrichting wordt aangehouden.



Toen ik het verhaal eind november afgelopen jaar herlas, vond ik niet alleen dat het hier en daar scherper zou kunnen, maar vooral dat er iets ‘omheen’ moest, dat het als het ware al die tijd had liggen wachten om in een groter verband te worden opgenomen. En al lezende, wat bijna gelijk was aan ‘op slag’, diende zich van alles en nog wat daartoe aan. Niet alleen de vitrine met de kledingstukken van de door Boksers in China vermoorde Duitse missionarissen uit Steyl, waar ik als kind vaak met ontzetting voor had gestaan, maar ook weer dat hele museum met zijn opgezette dieren en het missieklooster, en daarnaast mijn tijdens mijn scholierenjaren gekoesterde droom om een ontdekking uit of in de prehistorie te doen, zoals Dubois dat op Java had gedaan, waarna hij ook in Nederland was gaan zoeken naar restanten van een oermens, in een van de kleigroeven in mijn woonplaats, Tegelen – maar daarover zoals gezegd een andere keer.