woensdag 21 maart 2018

EEN REACTIE OP STEYLER DAGREGISTER 1

Steyler manenleeuw en pater Berchmans svd (rechts)

B in een reactie op het Steyler dagregister 1:
                ‘Ik vind sommige van die stellige stellingen van Vervaeck toch betwistbaar, hoor: “De wereld is een val naar binnen, een herinnering, maar dat is geen vorm van solipsime en geen dualisme dat een vooraf bestaande buitenwereld veronderstelt. Als eindeloze valbeweging bereikt de herinnering nooit een bodem of een uiteindelijke grond.”
                 Hoezo geen vooraf bestaande buitenwereld? Dat klinkt wel chic, maar Steyl en jouw jeugd en Frankrijk bestaan toch gewoon? Je herinnert je de plot niet, die verzin je, maar voor de rest is het toch een evidentie dat je primo schrijft over de wereld die je kent, hoe vervormd ook, en secundo dat een vervormende herinnering per definitie nooit af kan zijn (zelfs een gewone niet)? Dat geldt ook voor een goede realistische roman, laten we zeggen een boek van Thomas Hardy of Het fregatschip Johanna Maria. Als ik een roman zou schrijven, zou die veel halen uit mijn herinneringen, die per definitie vervormd zouden worden weergegeven; het uiteindelijke criterium van de roman als kunstwerk is volgens mij - en dat geldt bij uitstek voor jouw werk - de stijl. De uiteindelijke vorm. De vorm die je in staat stelt een onmogelijke, bedreigende, chaotische, leeuwvormige inhoud op te sluiten en tegelijk een poort open te laten.’