zaterdag 31 maart 2018

STEYLER 'WERKELIJKHEDEN'



Een klein aantal combinaties van Steyler nonficties: fotomateriaal van ‘de werkelijkheid’ in de roman Steyler en tekstmateriaal uit Steyler.
Dit in het licht van de volgende opmerking over ‘de werkelijkheid’ van Vladimir Nabokov uit diens nawoord bij zijn roman Lolita: ‘een van de weinige woorden die niets betekenen zonder aanhalingstekens.’

Allereerst Steyler (p. 218) en bovenstaande afbeelding:

[] de gesnelde koppen zouden gaan zingen, onverstaanbaar isolaat zouden ze klaaglijk gaan zingen… 


[] schrok ik me wezenloos. Want ik zag Lily staan…
  Lily Lee!
  Gespiegeld.
    Lily in het bloedmooie Mantsjoegewaad met sierstiksels en bijpassende bloedrode hoofdbedekking waarin ik haar de vorige dag vol minachting in de terrasdeuropening had zien staan!


 […] de glazen vitrinedeur geopend voor de Chinese kleding van Nies en Henle, voor de bruine haarvlecht van die tweede – bruin, ja, en niet zwart, zoals ik altijd had gedacht – […] 


Het had geen zin het te vragen aan de stenen oermens voor zijn abri, bijna recht boven Café Brasserie de la Mairie, want […] 



In Tayac eerst de Romaanse kerk passeren… 


Gaandeweg werd de kunstenaar in de kist zichtbaar doordat hij met een vlijmscherp double edge scheermesje drie geleidelijk groter wordende kijkgaten in de witte verf zat te krabben. 



De voormalige plaatselijke slager van Trémolat aan de zondagnamiddagwandel, zo bleek.



‘Is mayonaise een instrument?’ vroeg Patrick Star. 



 Ze deed me denken aan de actrice die in The Last Emperor van Bernardo Bertolucci als de gemalin van de laatste Chinese keizer acteerde. En die in Twin Peaks van David Lynch de eigenaresse van de houtzagerij speelde, Josie Packard [...].


 […] zoende haar op beide jukbeenderen en wenste haar een goede nacht, waarbij hij haar verzekerde dat ze niets van de boze wereld te vrezen had onder de hoede van ‘the chief court eunuch. He believes you’re the reincarnation of Wanrong...


[…] toen werd hij door zijn wijfje L’Homo Sapiens binnengeduwd, een zaakje met souvenirs.


Nacet. Good choice…,’ merkte hij met volle mond op en hij maakte me met de aangebeten, afbrokkelende croissant duidelijk dat ik nu echt moest oprotten. ‘… for an old pussy,’ hoorde ik nog achter me.


Een kwartiertje later stond ik voor de grijze tombe van prof. dr. Eug. Dubois […]


[] en de persen van de drukkerij nooit meer een Herz-Jesu-Bote, een Stadt Gottes of een Michaelskalender zouden afleveren.